
Ik sta in het boemeltreintje van Den Bosch naar Oss.
Stond, want de NS of ProRail, had besloten om in de avondspits op halve kracht
over dit traject te tuffen. Ik stond dus en onder mij, dat is als je staat dan
is de zittende mens onder je, was zeker 60% van de reizigers naar een
schermpje aan het staren. Berichten lezend, film kijkend en What's Append. Ik niet. Dat is niet handig als je staat en
je moet bij het wegrijden uit Den Bosch je evenwicht bewaren. Dat is trouwens
een kunst op zich dat treinsurfen. Maar goed dat doet er eigenlijk niet toe. Al
observerend viel het mij op hoe snel de
jeugd van tegenwoordig typt. En ik vroeg mij af of er eigenlijk nog wel type cursussen gegeven worden. Ik kon het me amper voorstellen.
Aangezien de jeugd nu al zo jong leert omgaan met schermen en toetsenborden. Ik
denk dat ze eerder schrijfles nodig hebben. Vroeger, toen ik nog jeugdiger was,
hoorde dat min of meer bij het standaard opvoed pakket. Dansles, rijbewijs
halen en typecursus. Bij sommigen kwam daar nog een brommer bij. Een soort van
de luxe pakket. En had je heel veel geluk dan kreeg je,
nadat je je rijbewijs had gehaald, ook nog een autootje. Het primium pakket. Maar terug naar de
typecursus. Ik kan het me nog levendig herinneren. Hoe we met zo'n 20 andere
cursisten op een stoel met een tafeltje ervoor achter ons typemachinnetje
zaten. Die van mij was een Olivetti.
Zo'n ding waar je nog flink op moest rammen en zelf aan de handel moest trekken
om naar de volgende regel te gaan. Rttttt, ping. Er waren toen al cursisten, ik zat
nog op de lagere school, die een elektrische typemachine hadden. Die ging
automatisch naar de volgende regel en had een hele lichte aanslag. Als ik daar
achter ging zitten rammen met mijn Olivetti aanslag verscheeeeeeeenen er prompt
dubbele letters op papier. Aan het einde van de cursus kreeg iedereen die
geslaagd was een officieel diploma, van Scheidegger in dit geval. Het instituut
waar ik de cursus heb gevolgd. 152 aanslagen per minuut stond er op het mooie extra
dikke van dure kwaliteit diploma papiertje. Ik heb een map vol met dergelijke
papieren diploma's. Ik vraag me serieus af of er niet een hele bedrijfstak aan
het uitsterven is. Als dat al niet is gebeurd. Type cursussen geven. Mijn Olivetti heb ik nog lang gebruikt. Tot ik een jaar of 20 was en al op kamers zat in Den Haag. Daar kwam ik voor het eerst in aanraking met een computer.
Ik onderbreek mijn gedachten even. In Den Bosch Oost
stappen er nog meer mensen in die niet kunnen zitten. Een Marokkaanse jonge vrouw staat haar plaats
af aan aan een wat oudere passagier. Hoezo niet aangepast. Er zat genoeg
Nederlandse jeugd in de trein die gewoon bleef zitten. Ik wil het maar even gezegd hebben.
Een papieren diploma. Ook al zo'n uitstervend ras.
Tegenwoordig krijg je gewoon iets toe-gemaild wat je zelf kunt opslaan in een
digitale map of moet uitprinten, als je nog een analoge map hebt zoals ik. Het
is vreemd te bedenken dat zoveel vertrouwde dingen langzaam gaan verdwijnen en
nooit meer zullen terugkomen. Het lot van vooruitgang.
Ik onderbreek mezelf nog een keer. In Rosmalen komen er
gezellig nog wat mensen bij. Maar er komt ook een plaats vrij. Een forse jonge
negerin zegt dat ik mag gaan zitten. Ik weet niet of het nu is omdat ze me oud
vind of omdat ze denkt dat ze niet naast de forse blanke jonge vrouw past die
al op het bankje zit. Voor mezelf hoop ik dat het dat laatste is. Ze zei wel U
tegen me.

Ik ga zitten en bekijk de mensen om me heen. De forse
blanke vrouw zit met een doos van Jan de Groot voor zich naar buiten te staren.
Tegenover me zit een vrouw een papieren krant te lezen. En schuin tegenover me
legt een jonge vrouw haar smartphone weg en haalt een haakwerkje tevoorschijn.
De tegenstrijdigheid fascineert me. Ik kijk toe hoe ze een bol wol pakt, het
begin zoekt en begint met haken. Haar vingervlugheid en het gemak waarmee ze
het doet verbaasd me. Ook de vrouw tegenover mij bekijkt het een tijdje. Als we
bijna bij Oss West zijn besluit ik haar te vragen waarom ze dit doet, hobby of
opleiding.
Het is een hobby. Al zit ze wel op de kunstacademie. Ze
haakt alleen in de trein, iedere dag een uur heen en een uur terug. Ze is een
soort van plaid aan het maken. Twee derde heeft ze al gedaan. Ze heeft wel een
soort van haak hype ontketend op school zegt ze. En vraagt of ik ook haak. Nee
haken en breien dat is niet zo mijn ding. Ik ben meer van de kleding en de
tassen. Ze wijst naar mijn Baggy Jeanstas die op mijn schoot ligt. Ja, gemaakt van een oude spijkerbroek. Een andere student is gaan haken met
reepjes jeansstof. Zegt ze. Daarvoor heeft ze wel zelf een haaknaald moeten
maken. Ik vraag haar of ik een foto van haar mag maken voor de rubriek 'The
week on Instagram' op mijn blog. Dat mag zeker. Ze wil graag de URL om het terug
te zien. Die ze volgens mij nog ouderwets opschrijft in een boekje.
In Oss Centraal verlaat ik de coupe en wens haar succes.
Vederlicht stap ik uit. Trots dat ik dit gedaan heb. Het heeft toch een leuk
gesprek opgeleverd en wie weet een nieuwe volger van mijn blog.
En ook enigszins
gerustgesteld dat sommige dingen niet verdwijnen en, in wat voor vorm dan ook,
gewoon blijven bestaan.
En het haakwerkje, dat kun je volgende week uiteraard nog
een keer terugvinden in The week on Instagram.